Natuurlijk, de term bekt lekker. ‘Seksverslaafd’. Zet dat in een kop boven een artikel en je krijgt gegarandeerd veel clicks. Toch wordt het fenomeen te pas en te onpas van stal gehaald. In deze column geef ik een aantal redenen waarom we de term ‘seksverslaving’ beter maar niet meer kunnen gebruiken.
Wat is er verslavend aan seks?
Als het gaat om seksverslaving hebben de meeste mensen wel een vaag idee wat ermee wordt bedoeld. Misschien nog wel scherper is het beeld wat sommigen erbij hebben. Zomaar een greep uit reacties die ik wel eens hoor als anderen het over “seksverslaafden” hebben:
Zulke opmerkingen geven wat mij betreft alleen maar aan dat we af moeten van de zienswijze dat seks verslavend is. Als er namelijk al iets verslavends is, dan verwijst dat niet naar het gedrag zelf, oftewel de seksuele activiteiten. Waar het wel naar verwijst zijn de emoties die daaronder liggen. En die bestaan uit twee categorieën:
A. Opzoeken van gevoel.
Het zou kunnen dat seksuele opwinding verslaaft, omdat het een sterk gevoel is dat het kennelijk waard is om nagejaagd te worden. Seksuele opwinding kan je het gevoel geven dat je lééft. Het leent zich voor een toestand die psychologen ‘flow’ noemen. Doordat je wordt meegezogen in de tunnel van opwinding heb je het gevoel alsof dat het enige is dat er op dat moment in jouw leven toe doet. Dat kan gebeuren door het regelen van seksdates, door het kijken van porno, enzovoort.
Wat het najagen van seksuele opwinding zo belonend maakt, komt mede door de werking van dopamine. Deze neurotransmitter zet het brein in een toestand waarin een grotere of soms zelfs volledige toewijding bestaat aan onze verlangens. Het zorgt voor een vernauwing van het denken waarbij de toekomst en het verleden er minder toe doen, en de aandacht volledig wordt gericht op het nu1.
B. Wegblijven van gevoel.
Het gevoel van seksuele opwinding is zo makkelijk te bewerkstelligen, en al helemáál met krachtige pornobeelden, dat het elk ander gevoel wegdrukt. Door seksuele opwinding op te zoeken hoef je je niet bezig te houden met onprettige gevoelens. Gevoelens die er wel zijn maar die je liever niet wilt hebben, of waarvan je niet weet hoe je ermee moet dealen.
De problemen van het label ‘seksverslaving’
Seksverslaving gaat dus niet over verslaving aan seks. Het gaat om een probleem met intensiteit en/of intimiteit. Met intensiteit, omdat iemand steeds opnieuw op zoek gaat naar sterkere prikkels. Met intimiteit, omdat iemand er maar niet in slaagt vertrouwd te raken met zijn of haar binnenwereld.
Maar door het woord ‘verslaving’ aan ‘seks’ te koppelen gebeuren er twee dingen:
1. Stigmatisering. Als je al het vermoeden hebt dat je te veel bezig bent met seks, denk je wel drie keer na om jezelf ‘seksverslaafd’ te noemen. Het zou betekenen dat je slaaf bent van iets dat sterker is dan jij, en wat jou er dus per definitie zwak laat uitzien. Je voelt je kortom al een mislukkeling, maar dat is niet nog niet alles. Kennelijk misluk je ook nog eens op een gebied waar een taboe op rust. Hierdoor wordt het des te spannender om erover te praten. Dus mocht je je al schamen voor het feit dat je verslaafd bent, dan wordt die schaamte nog eens versterkt door de seksuele lading ervan.
Het gevolg: je ontkent gewoon dat jij seksverslaafd bent. En mocht die gedachte toch eens door je hoofd schieten, dan ga je dat toch zeker niet met iemand bespreken.
2. Misleiding. Door van de woorden ‘seks’ en ‘verslaving’ één woord te maken, lijkt het er sterk op dat je ook daadwerkelijk verslaafd bent aan seks. Maar zoals ik hierboven al heb beschreven is het niet de seks zelf die verslaaft, maar dat wat iemands seksuele opwinding wil toedekken of juist opwekken.
Het eerste probleem als je jezelf gaat identificeren als seksverslaafde, is dat alles dat met seks te maken heeft moeizaam en gevaarlijk wordt. Want alle seksuele activiteiten krijgen nu bij voorbaat een negatieve lading. En volgens mij is dit juist het laatste dat je nastreeft: onthouding van seks of het vermijden van seksuele prikkels (wat niemand gaat lukken). Dat is, kortom, een zware en niet te volbrengen taak.
Het tweede probleem is dat je voorbijgaat aan het werkelijke werk dat je te doen hebt. Want de term ‘seksverslaving’ is dusdanig breed en raakt aan allerlei andere fenomenen, zoals liefdesverslaving, machtsverslaving, aandachtverslaving, smartphoneverslaving en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Afhankelijk van wat seks voor jou representeert, weet je waar je het moet zoeken. Dat lukt niet als je alles onder de noemer ‘seksverslaving’ blijft wegzetten.
Hoe moeten we seksverslaving dan omschrijven?
Daarom maak ik mij er hard voor om de term ‘seksverslaving’ niet meer te gebruiken. Het is een paraplubegrip dat de lading van het fenomeen niet dekt. Daarbij plakt het woord een stigma op mensen die er last van hebben en maakt het de drempel om dat bij jezelf te erkennen (te) groot.
Liever gebruik ik woorden die het seksuele gedrag meer op iemands situatie betrekken of refereren aan een specifieke periode in iemands leven. Denk aan: wanneer je te veel met seks bezig bent, wanneer je vastloopt in seks, wanneer seks een te grote rol is gaan spelen in je leven, wanneer je focus op seks te groot is geworden.
De crux zit ‘m in het woord ‘wanneer’: het maakt het gedrag tastbaar en behapbaar, waardoor je er makkelijker iets mee kunt. Het impliceert ook dat het er niet altijd is, en dat je dus niet ziek of afwijkend bent. En vooral: het zet je niet een hokje, maar maakt je een mens. Die zich op een bepaalde manier verhoudt tot seks en daar zoekende in is – net zoals vrijwel ieder mens.
1Mark Mieras, Liefde – wat onze hersenen onthullen over de klik, de kus en al het andere (2009).
Beeld: Rawpixel.com.