Het gebruik van tampons is lang niet altijd een feest. Zeker als je ze voor het eerst gaat gebruiken, kan het prettig zijn tips te krijgen. Lees hier meer over ‘tampon troubles’ en hoe deze aan te pakken.
Hallo tampon!
Al in de Oudheid maakten vrouwen gebruik van tampons van bijvoorbeeld wol of plantaardige materialen. De tampon zoals wij die kennen, van geperst katoen met een draadje eraan, is in de eerste helft van de vorige eeuw ontwikkeld en op de markt gekomen. In de afgelopen eeuw is er veel verbeterd aan het eerste ontwerp om het gebruikgemak en het vermogen tot absorberen te vergroten. Tampons zijn er nu van allerlei merken en in verschillende groottes (bijvoorbeeld mini, normaal en super). Recenter zijn merken zoals Yoni opgekomen, die tampons maken van biologisch katoen en zonder chemicaliën of plastic. Deze tampons zijn dus duurzaam en op het doosje staat aangegeven wat er in de tampons zit, zodat je weet wat je eigenlijk precies in je vagina stopt. Want waarom wel kijken naar de ingrediënten van je bij de supermarkt gekochte sapje, maar niet naar die van je tampons?
De eerste keer
De eerste keer een tampon gebruiken kan lastig zijn. Hoe breng je zo’n ding in hemelsnaam in? Om te weten hoe je dit het beste kan aanpakken, is het goed om eerst bekend te raken met hoe je vulva er uitziet. Verder is het natuurlijk belangrijk, of beter gezegd: noodzakelijk, om te weten waar de ingang van de vagina is. Dit kan je doen door met een spiegeltje je vulva en vagina ingang te bekijken. Ga hiervoor rustig zitten (zorg er ook voor dat je niet gestoord kan worden, zo kan je je beter ontspannen). Doe je benen wijd. Je kan de lippen van je vulva spreiden met je vingers en zo de vulva verkennen. Je kan meer lezen over de vulva en vagina in ons eerdere artikel.
Ready, set…
Was je handen voordat je de tampon probeert in te brengen. Het is niet goed om de viezigheid van de dag in je vagina te brengen met je vingers. Haal de tampon uit het plastic en rol het touwtje uit. Het touwtje moet zometeen bij het inbrengen naar buiten blijven hangen, zodat je de tampon later weer uit je vagina kan halen door aan het touwtje te trekken.
Er bestaan tampons met en zonder inbrenghuls. Als je een tampon gebruikt zonder inbrenghuls, dan plaats je het topje van je (wijs)vinger onderaan de tampon, in het holletje bij het begin van het touwtje. Het touwtje laat je langs je vinger naar beneden hangen. Je kan de tampon aan de onderkant extra vasthouden en een beetje sturen met andere vingers. Om de tampon in te brengen, is het nodig om je benen te spreiden. Je kan bijvoorbeeld een beetje hurken of een been op de rand van het toilet plaatsen.
Go!
Zet de top van de tampon rustig tegen de vagina ingang aan. Het kan helpen om de top zachtjes wat heen en weer te bewegen, zodat deze zich tussen de binnenste lippen kan nestelen. Met je andere hand kan je de lippen ook opzij duwen. Als je voelt dat je voor de ingang zit, kan je lichte druk uitoefenen met de vinger die je onderaan de tampon houdt. Bedenk bij het inbrengen dat de vagina niet recht omhoog loopt, maar een beetje schuin naar achteren. Richt de tampon dus tijdens het inbrengen naar je onderrug. Als je merkt dat het niet goed gaat omdat de ingang gespannen voelt, probeer dan te ontspannen door de spieren rondom je vagina ingang (de bekkenbodemspieren) eerst aan te spannen en dan weer te ontspannen. Waarschijnlijk kan je dan weer een stukje verder naar binnen gaan. Herhaal dit indien nodig.
Als de tampon ver genoeg is ingebracht, haal je je vinger weer naar buiten. Het is normaal dat er misschien wat bloed of slijm uit de vagina aan je vinger zit. Was je handen achteraf ook voor de frisheid.
Tampon toptips!
De volgende tips kunnen je helpen:
- Een tampon voel je niet zitten als die goed is ingebracht. Voel je de tampon wel, dan is de kans groot dat je ‘m niet diep genoeg hebt ingebracht. Je kan proberen om de tampon nog iets verder te duwen door voorzichtig weer met je vinger naar binnen te gaan. Plaats je vinger weer in het holletje en duw zacht. Je kan het ook opnieuw proberen met een nieuwe tampon. Haal de vorige tampon er dan natuurlijk wel eerst uit.
- Het is normaal dat je het voelt als je een tampon inbrengt. Dat kan een beetje oncomfortabel voelen. Voelt het te droog en/of schurend tijdens het inbrengen? Dan kan je eventueel glijmiddel aanbrengen rond de ingang van vagina. Het beste smeer je het glijmiddel op de vulva/rond de vagina ingang, en niet rechtstreeks op de tampon, omdat die het glijmiddel zal absorberen. Het beste kan je hiervoor KY-gel als glijmiddel gebruiken, omdat daar geen stoffen in zitten die de vagina kunnen irriteren.
- Je kan ook gebruik maken van een tampon met inbrenghuls, bijvoorbeeld Tampax. Het voordeel hiervan is dat de inbrenghuls glad is, wat het inbrengen makkelijker kan maken. De ribbels op de huls geven aan tot hoever je de huls ongeveer moet inbrengen.
- Kies de juiste grootte. Tampons zijn er in verschillende maten, zoals mini, normaal en super. Het formaat ‘mini’ kan je gebruiken als je niet zoveel bloed verliest tijdens je menstruatie of op ‘lichtere dagen’, zoals aan het begin of einde van je menstruatie. Kies voor het formaat ‘super’ als je meer bescherming nodig hebt. Als je het formaat ‘super’ niet nodig hebt, is het ook echt handiger om deze niet te gebruiken. Door het absorberend vermogen kan een te grote tampon naast bloed ook het vocht dat in de vagina aanwezig is opnemen, waardoor het droger wordt (wat het inbrengen van een nieuwe tampon soms lastiger kan maken).
- ‘Cottons tiener tampons’ zijn van 100% puur katoen en zijn biologisch afbreekbaar. Ze zijn hypoallergeen, geschikt voor lichtere dagen en wat kleiner van stuk. Dat laatste maakt deze tampons mogelijk prettiger voor gebruik tijdens de eerste keren dat je ongesteld bent. Probeer vooral te ontdekken wat werkt voor jou.
- Wissel de tampon regelmatig om voor een nieuwe. Als je een tampon te lang laat zitten, kan dit een broedplaats worden voor bacteriën. Hierbij bestaat een risico op het ontwikkelen van toxischeshocksyndroom. Gemiddeld kan je aanhouden dat het goed is om je tampon elke vier/vijf uur te wisselen. In bijsluiters van tampons staat meestal aangegeven dat je een tampon maximaal acht uur kan inhouden. Als je een tampon regelmatiger wisselt op dagen dat je minder hevig menstrueert, kan het handig zijn een kleinere maat te gebruiken.
- Als je liever geen tampons gebruikt, zijn er natuurlijk alternatieven, zoals maandverband of inlegkruisjes en de menstruatiecup.
- Spoel je tampons of inlegkruisjes nooit door de wc, maar gooi ze in de prullenbak. In de meeste openbare toiletten zijn prullenbakjes te vinden, soms met speciale zakjes erbij om je tampon of maandverband in te stoppen voor je ze in de bak gooit. Je kan je tampon ook in een stuk wc-papier wikkelen voordat je het weggooit.
Beeld: rawpixel.com.
