Educatie

De seksuele ontwikkeling: van friemelende foetus tot praktiserende puber

geschreven door en 13 december 2023

Al in de baarmoeder blijkt een foetus het geslachtsdeel aan te raken. Feitelijk start op dat moment de seksuele ontwikkeling. Een gezonde seksuele ontwikkeling van jongs af aan, draagt bij aan een gezond en plezierig seksleven in de volwassenheid. Maar wat houdt zo’n gezonde seksuele ontwikkeling in? Welk seksueel gedrag vertonen kinderen op welke leeftijd? En wanneer is bepaald seksueel gedrag wel oké of niet oké?

Seksuele gezondheid, wat is dat?

Wat is seksuele gezondheid eigenlijk precies? Seksuele gezondheid gaat over mentaal, sociaal en lichamelijk welzijn rondom seksualiteit (Rijksoverheid, 2023). Daarnaast is een positieve beleving van seksualiteit een belangrijk onderdeel. De Nederlandse overheid wil dat iedereen zichzelf kan zijn en mag houden van wie ze willen (Rijksoverheid, 2023). De seksuele ontwikkeling is een levenslang proces en begint al in de eerste levensjaren. Dit proces is afhankelijk van lichamelijke, cognitieve, psychische, sociale en culturele factoren.

Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan een gezonde seksuele ontwikkeling. Zo zijn liefde en lichamelijke affectie (zoals huidcontact) belangrijk, evenals positieve boodschappen over seksualiteit en intimiteit of positieve voorbeelden van relationeel gedrag. Ook de mogelijkheid om seksuele gevoelens (op leeftijdsadequate wijze) te uiten, een intacte anatomie en afwezigheid van traumatisch geweld (fysiek, emotioneel en/of seksueel) dragen bij aan een gezonde ontwikkeling. 

Illustraties: up-learning

Hoe kijk jij naar seksueel gedrag?

Seksueel gedrag vertoond door kinderen, wordt door volwassenen weleens als afwijkend of ongewoon geïnterpreteerd. Vanuit het volwassen-perspectief wordt seksueel gedrag van een kind al snel meer seksueel beladen dan het in werkelijkheid is. Uit onderzoeken blijkt juist dat bijvoorbeeld seksueel getinte spelletjes, zoals doktertje spelen, voortkomen uit nieuwsgierigheid van het kind. Nieuwsgierigheid naar het lichaam van zichzelf en anderen. Dit stimuleert een gezond lichaamsbesef en gezonde identiteitsontwikkeling en hoort daarmee gewoon bij een gezonde seksuele ontwikkeling (De Graaf, 2003; De Graaf, 2004; De Graaf, 2009; Van der Vlugt, 2012; WHO Regional Office for Europe, 2010).

Het is dan ook niet bevorderlijk om kinderen te straffen wanneer zij (leeftijdsadequaat en gewenst) seksueel gedrag vertonen. Wel is het raadzaam om kinderen af en toe bij te sturen zodat zij zich op natuurlijke wijze bewust worden van de normen en waarden van hun cultuur en omgeving op seksueel gebied. Zoals je eerder hebt kunnen lezen op Bedmanieren.nl kan seksuele vorming, zoals de Dokter Corrie Show, op school of seksuele opvoeding thuis daaraan bijdragen.

De seksuele ontwikkelingsfasen

De JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling van 0 tot 19 jaar ondersteunt professionals in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) om inzicht te krijgen in de seksuele ontwikkeling van jongeren. Deze richtlijn geeft informatie over een gezonde seksuele ontwikkeling, onder andere door het omschrijven van zes seksuele ontwikkelingsfasen. Omdat de fysieke en psychosociale ontwikkeling per kind verschilt, lopen ook de seksuele ontwikkelingsfasen niet voor elk kind gelijk. Toch wordt bij benadering de volgende fasen aangehouden:

0 tot 3 jaar: Door nieuwsgierigheid raken kinderen het eigen lichaam en het lichaam van anderen aan en stimuleren ze soms hun eigen geslachtsdelen. Ook worden kinderen zich steeds meer bewust van hun eigen sekse en seksestereotiep gedrag.

4 tot 6 jaar: Seksestereotiep gedrag wordt veel vertoond, kinderen weten vanaf 3 jaar welke sekse ze hebben (los van gender). Ook leren kinderen steeds meer sociaal seksuele normen. Zo leren ze dat het niet de bedoeling is om zomaar ergens naakt rond te lopen. In deze fase gebruiken kinderen vaak ‘vieze’ woorden (‘poepen en plassen’) en ontdekken ze hun eigen geslachtsdelen en die van anderen door fantasie en spel (zoals het spelen van doktertje of moedertje en vadertje).

6 tot 9 jaar: Kinderen worden zich steeds meer bewust van sociale normen en gaan steeds meer om met andere kinderen van dezelfde sekse. Naast de eerste gevoelens van verliefdheid, beseffen kinderen vanaf 9 jaar dat mensen niet alleen seks hebben om zich voort te planten. Ze weten ook dat het mogelijk is dat twee personen van hetzelfde geslacht verliefd op elkaar kunnen worden.

9 tot 12 jaar: Steeds meer lichamelijke veranderingen treden op in deze fase net voor de puberteit. Dit kan gevoelens van onzekerheid of negativiteit over het lichaam tot gevolg kan hebben. De autonomie van kinderen ten opzichte van hun ouders groeit. Sommige kinderen krijgen voor het eerst verkering of zoenen met elkaar door bijvoorbeeld zoenspelletjes. De interesse in seks en het praten hierover nemen toe, al bestaan er onderling grote verschillen. Kinderen worden zich ook steeds bewuster van hun seksuele oriëntatie én van seksuele sociale normen.

12 tot 15 jaar: In deze fase van puberteit ontwikkelen de secundaire geslachtskenmerken zich meer en meer en treedt, naast de groeispurt, de eerste menarche (menstruatie) en spermarche (zaadlozing) op. De ontevredenheid over het eigen lichaam groeit (met name bij meisjes). De nieuwsgierigheid naar seksualiteit en de drang naar zelfstandigheid neemt toe. Toch is de houding ten opzichte van seksualiteit nog vrij negatief en is er nog sprake van weinig intimiteit in relaties, ondanks het feit dat tongzoenen en strelen steeds normaler worden. Jongeren die op dezelfde sekse vallen zijn zich extra bewust: homofobische gedachten (‘ik ben bang dat op hetzelfde geslacht val’) zijn bij deze leeftijd het grootst.

15 tot 19 jaar: Jongeren in deze fase worden steeds onafhankelijker ten opzichte van hun ouders. Ook wordt er steeds meer met seksualiteit geëxperimenteerd: met masturbatie (met bijvoorbeeld erotisch materiaal zoals porno) en met een ander (bijvoorbeeld orale seks). De onzekerheid omtrent het uiterlijk daalt. En ook onzekerheid over homoseksualiteit daalt. Persoonlijke relaties waarin seks en intimiteit een rol spelen komen meer voor. Ze worden in deze fase bewuster van hun wensen en grenzen in (seksuele) relaties. Geslachtsgemeenschap komt meer voor (bij 28% van de meiden en 23% van de jongens) (Seksonderje25e, 2017). In deze fase is echter ook sprake van verhoogd risico op soa’s, seksuele problemen (problemen met klaarkomen of pijn bij het vrijen), ongewenste zwangerschap en seksueel geweld, misbruik of uitbuiting. 

Afbeelding: Marian Latour

(On)gezond seksueel gedrag? Hoe reageer je?

Het kan weleens voorkomen dat je schrikt van bepaald gedrag van je kind en dat je reageert vanuit jouw volwassen perspectief op seksualiteit. Probeer dan vooral rustig de situatie te beoordelen: Past dit gedrag bij de leeftijd? Hebben de kinderen het leuk? Is het gedrag vrijwillig? Is dit een veilige plek? Reageer altijd nieuwsgierig naar je kind en vraag bijvoorbeeld: “Wat zijn jullie aan het doen?”. Verplaats je in de ontwikkelingsfase van je kind: zij kijken vanuit een andere bril naar seksualiteit dan volwassenen dat doen.  

De meeste kinderen die bovenstaande fasen doorlopen, ontwikkelen zich op gezonde seksuele wijze. Toch is het belangrijk om je te realiseren dat er ook sprake kan zijn van een gezonde ontwikkeling als een kind de fasen niet exact in de ‘juiste’ volgorde doorloopt. Seksueel gedrag dat veel voorkomt, hoeft namelijk niet per se gezond gedrag te zijn. Andersom geldt ook dat gedrag dat maar weinig voorkomt, niet per definitie zorgwekkend is. Gedrag is ongezond wanneer het een schadelijk risico kan vormen voor de seksuele, fysieke of mentale ontwikkeling. 

  • Een voorbeeld van gezond seksueel gedrag: twee 4 jarigen laten elkaar hun blote lichamen zien in de huishoek. Ze lachen en lijken plezier te hebben. 
  • Een voorbeeld van gedrag dat minder gezond is, maar kan worden bijgestuurd: een 3-jarige probeert een stukje speelgoed in diens anus te stoppen.
  • Een voorbeeld van ernstig grensoverschrijdend seksueel gedrag: een 8-jarige, dwingt (ondanks straf en bijsturing) haar broertje van 6 jaar herhaaldelijk om mee te doen aan seksueel spel en doet hem hierbij pijn.

Wanneer je vermoedt dat de seksuele ontwikkeling van je kind afwijkend of zorgwekkend is, is het goed om uitgebreid met het kind te praten om hem of haar bij te sturen. Je kunt eventueel hulp zoeken bij een psycholoog en/of seksuoloog. Voor dit laatste heb je een verwijzing van de huisarts nodig. 

Meer weten en lezen? Dan raden we het boek ‘100 antwoorden bij seksuele opvoeding’ aan. Wil je graag samen met je kind lezen over lichaam, liefde en baby’s maken? Lees dan samen Maar HOE dan?!.

Bron: Rijksoverheid – Gezondheid en preventie seksuele gezondheid (2023)
Bron: De Graaf, 2003; De Graaf, 2004; De Graaf, 2009; Van der Vlugt, 2012; WHO Regional Office for Europe, 2010
Bron: Seks onder je 25e. De Graaf, H., van den Borne, M., Nikkelen, S., Twisk, D., & Meijer, S. (2017). Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2017. Delft, The Netherlands: Rutgers and Soa Aids Nederland.
Beeld: Rawpixel

Wellicht ook interessant voor jou: